Controle uitstoot voertuigen in gebruik 

Sinds 2020 hebben de Europese typegoedkeuringsautoriteiten (zoals de RDW) naast het reguliere toezicht op fabrikanten een nieuwe taak: het houden van toezicht op milieueisen in de gebruiksfase van een voertuig. Mede door dieselfraude, zijn de eisen en wijze van testen voor toelating van nieuwe voertuigen én het toezicht op voertuigen in gebruik, aangescherpt. Zo is een nieuw toezichtsysteem, 'in-service conformity' ingevoerd. Dat houdt in dat de Europese typegoedkeuringsautoriteiten (waaronder de RDW) controleren of de uitstoot van schadelijke stoffen en gassen van voertuigen die al in gebruik zijn, voldoet aan de gestelde eisen tijdens het gebruik.

De RDW voert dit toezicht uit op de voertuigen waarvoor wij bij het toelaten van nieuwe voertuigtypen de emissiecertificaten hebben afgegeven. Deze manier van toezicht houden op fabrikanten heeft een preventieve werking op het voorkomen van emissieoverschrijdingen. En heeft tot doel er voor te zorgen dat de fabrikant correctieve maatregelen neemt als er tóch overschrijdingen van de eisen geconstateerd worden.

Duidelijkheid over uitstoot

Bij het monitoren van emissies bij bestaande voertuigen controleren we vooral de uitstoot van de schadelijke emissies, zoals fijnstof, koolstofdioxide, koolstofmonoxide en stikstofoxide. We kijken of de uitstoot nog aan de eisen voldoet. Een emissietest is de voorgeschreven manier om daar duidelijkheid over te krijgen.


Stappenplan voor de controle

Om te controleren of de uitstoot bij voertuigen die al in gebruik zijn nog steeds voldoet aan de gestelde eisen tijdens het gebruik, is een stappenplan voorgeschreven.

Illustratie van het ISC-proces (waarbij TA verwijst naar de typegoedkeuringsinstantie die goedkeuring verleent en OEM naar de oorspronkelijke fabrikant):

Stap 1: informatie verzameling en risicoanalyse 
Bij de testen onderzoeken we minimaal 3 en maximaal 10 voertuigen per zogeheten emissiefamilie. Een emissiefamilie omvat alle voertuigen (model of merken) die gebruikmaken van (onder andere) dezelfde motor, aandrijflijn en die in dezelfde gewichtsklasse vallen. Om de juiste emissiefamilies te selecteren die getest moeten worden, hebben we samen met TNO een risicoanalyse gemaakt. Op basis daarvan selecteren we de voertuigen die daadwerkelijk worden getest.

Deze voertuigen selecteren we in de eerste instantie bij verhuur- en leasebedrijven, maar we benaderen ook particuliere voertuigbezitters. Wij vragen aan de eigenaar van het voertuig of zij willen meewerken aan het uitvoeren van de testen.  Hiervoor krijgt de eigenaar een vergoeding. Ook is er gedurende de testperiode vervangend vervoer geregeld.

Stap 2: In-Service Conformity Test
In opdracht van de RDW voert TNO de emissietesten uit. Tijdens deze testen stellen we vast of de uitlaatgassen voldoen aan de eisen die de Europese wet stelt. Afhankelijk van de verbrandingsmotor (diesel/benzine), voeren we in totaal 4 testen uit op de voertuigen die zijn geselecteerd. Deze testen bestaan uit de volgende categorieën, zoals beschreven in de Europese regelgeving:

  • Type I test: WLTP test in het laboratorium; 
  • Type Ia test: Real Driving Emissions (op de openbare weg);
  • Type 4 test: EVAP test in het lab (hierbij wordt gecontroleerd of en hoeveel benzinedampen uit de brandstoftank en het brandstofsysteem in de atmosfeer ontsnappen);
  • Type 6 test: Cold test in het laboratorium

Stap 3: beoordeling op naleving
De RDW (als typegoedkeuringsautoriteit) beoordeelt de door TNO opgestelde rapporten over de resultaten van de emissiemetingen. Als bij meerdere voertuigen van dezelfde emissiefamilie afwijkingen zijn geconstateerd, dan start de typegoedkeuringsautoriteit die goedkeuring heeft verleend een gedetailleerd onderzoek met medewerking van de fabrikant om te bepalen of de emissiefamilie voldoet aan de ISC-eisen en of corrigerende maatregelen vereist zijn. De eerste stap hierbij is in gesprek gaan met de fabrikant (hoor- en wederhoor). 

Na afronding van het gedetailleerde onderzoek trekt de typegoedkeuringsautoriteit een conclusie over de naleving en beoordeelt het eventuele verbeterplan van de fabrikant op effectiviteit. Zolang dit gedetailleerde onderzoek loopt, kunnen er geen conclusies worden getrokken of uitspraken worden gedaan.

Stap 4: corrigerende maatregelen
Mocht naar het oordeel van de typegoedkeuringsautoriteit uit het gedetailleerde onderzoek blijken dat er iets aan de voertuigen hersteld moet worden (om de emissie in lijn te brengen met de wettelijke eisen) dan kan dit leiden toe terugroepacties en aanpassingen aan de nog nieuw te leveren voertuigen. De fabrikant is verantwoordelijk voor het opstellen van een  plan met corrigerende maatregelen en dient deze in bij de typegoedkeuringsautoriteit die de goedkeuring heeft verleend. Hiervoor is in beginsel een termijn van 45 dagen opgenomen in de verordening. Na acceptatie moet de correctieve maatregel zo spoedig mogelijk worden uitgevoerd. 

Stap 5: rapportage 
De resultaten en eventuele bevindingen worden teruggekoppeld naar de fabrikant. De toelatingsautoriteit publiceert de resultaten conform de regelgeving jaarlijks op de website.  

 

Beoordelingsrapporten

Zoals vastgelegd in de Europese regelgeving, publiceren wij onderstaande rapporten over 2020, 2021, 2022 en 2023. Dit betreffen de afgeronde onderzoeken. De nog lopende onderzoeken zullen worden toegevoegd zodra ook deze zijn afgerond. 

2023

2022

2021

2020


Links

Heeft deze informatie u geholpen?