Toezicht houden op technische erkenninghouders

Wij hebben de wettelijke plicht om toezicht te houden op de verkeersveiligheid in Nederland. Dit algoritme helpt ons om dit op efficiënte wijze te doen.

Verkeersveiligheid is een belangrijke pijler van de RDW. Het is belangrijk dat iedereen veilig en vertrouwd aan het verkeer kan deelnemen. Wij houden daarom toezicht op erkenninghouders en bevoegde personen (keurmeesters en/of technici) van de erkenningen APK, Gasinstallatie (LPG) en Tachograaf die onder andere voertuigen, gasinstallaties en tachografen keuren.

Het algoritme adviseert alleen of het efficiënt is een fysieke controle in te plannen. Dit staat er los van of een RDW controleur vervolgens overtredingen aantreft. Wanneer geconstateerde overtredingen leiden tot sancties, dan staat hier bezwaar en beroep tegen open.

Dit algoritme bestaat uit 2 omstandigheden/situaties.
Enerzijds is er sprake van een algemeen toezicht op erkenninghouders. Deze vorm van toezicht is voor elke erkenning houder gelijk. Anderzijds is er sprake van toezicht dat specifiek is gericht op eerder geconstateerde overtredingen en opmerkelijke handelingen bij erkenninghouders en bevoegde personen die het toezicht beïnvloeden.

  • Algemeen toezicht op technische erkenninghouders

    In dit onderdeel zien we toe op het handelen en de historie van een erkenninghouder van een technische erkenning. Dit kan een keuringsinstantie, keuringsmeester en/of technicus zijn, in relatie tot APK, Gasinstallatie (LPG) en Tachograaf. Er wordt in dit onderdeel gekeken naar eerder geconstateerde bevindingen/fouten bij erkenninghouders en bevoegde personen.

    Op basis van deze bevindingen/fouten krijgen erkenninghouders via een bonus- malussysteem (aftrek)punten toegekend. De score heeft invloed op de mate van toezicht die zij kunnen verwachten.

    Een erkenninghouder wordt op basis van deze score ingedeeld in een groep. In totaal zijn er 3 groepen te onderscheiden:

    1. De slechtst presterende groep staat onder ‘verscherpt toezicht’. Dit heeft als gevolg dat er meer steekproeven plaatsvinden op afgemelde handelingen van een erkenninghouder.
    2. De groep die gemiddeld presteert staat onder ‘gemiddeld toezicht’. Ook hier houden we steekproeven, maar minder dan bij de slechtst presterende groep.
    3. Er zijn ook erkenninghouders en bevoegde personen die niet in een van de bovengenoemde groepen vallen. Zij vallen in dat geval onder ‘verminderd toezicht’. Er vinden bij deze groep nog steeds steekproeven plaats, maar minder dan bij de gemiddeld presterende groep.

    Specifiek toezicht op technische erkenninghouders

    Dit onderdeel bestaat uit een aantal stappen. Allereerst worden een aantal verschillende risico-variabelen gecombineerd omtrent het handelen en de historie van een houder van een (technische) erkenning. Dit kan een keuringsinstantie, keuringsmeester en/of technicus zijn, in relatie tot APK, Gasinstallatie (LPG) en Tachograaf. Van de uitkomsten worden statistieken gemaakt.

    De resultaten geven ons inzicht welke erkenninghouders mogelijk te weinig toezicht ontvangt. De resultaten worden in een rapport opgenomen. Dit rapport wordt vervolgens door een medewerker van de RDW beoordeeld. Het doel van deze beoordeling is om te controleren of de resultaten in het rapport juist zijn, of de resultaten op de juiste wijze tot stand zijn gekomen en om te bepalen welke bedrijven ingezet worden voor toezicht op maat, rekening houdend met beschikbare capaciteit bij de RDW.

    Als de beoordeling is afgerond worden de resultaten nogmaals vastgelegd en naar een andere medewerker van de afdeling Risicobeoordeling en Onderzoek (R&O) verstuurd voor verdere afhandeling. Hierop wordt mogelijk een fysieke controle ingepland.

  • De gegevens die het algoritme gebruikt zijn objectief en gaan over het handelen van een erkenninghouder of bevoegde persoon. Zo neemt het algoritme bijvoorbeeld het aantal afmeldingen dat een erkenninghouder doet mee. In het geval van specifiek toezicht worden eerder geconstateerde bevindingen/fouten meegenomen.

    Uit de resultaten die het algoritme weergeeft blijkt bij welke erkenninghouders meer of minder toezicht nodig is. In dat kader worden persoons- of bedrijfsgegevens zichtbaar.
    Dit betekent dat dit algoritme persoonsgegevens gebruikt, tenzij er sprake is van een erkenninghouder die vanuit een rechtspersoon werkt. In dat geval worden er bedrijfsgegevens gebruikt.

    De volgende persoonsgegevens worden gebruikt:

    • NAW
    • Bedrijfsnummer of keurmeester-nummer. De erkenninghouders kunnen ook natuurlijke personen zijn, om deze reden worden de bedrijfsgegevens en het bedrijfsnummer in deze lijst vermeld.
  • Dit algoritme heeft geen impact op de geregistreerde eigenaar of houder van een voertuig. Dit algoritme kijkt niet naar deze groep.

    De impact van dit algoritme op erkenninghouders en bevoegde personen is beperkt. Het gebruik van dit algoritme en de uitkomsten ervan kunnen een aanleiding zijn voor extra bedrijfsbezoeken, steekproeven en/of onderzoek. Hoe hoger de kans wordt geschat op het plaatsvinden van overtredingen op het gebied van de APK’s, Gasinstallatie (LPG) en Tachograaf, hoe groter de kans op controle en andersom.

    Het algoritme heeft vooral invloed op het moment van plaatsvinden/plannen van een steekproef door de RDW. Het algoritme heeft niet als uitgangspunt om meer steekproeven te houden.

    Wanneer een erkenninghouder of bevoegde persoon in de controle naar voren komt betekent dit niet dat deze automatisch een sanctie ontvangt. Dit is afhankelijk van wat de controleur tijdens een fysieke controle aantreft.
  • Bij dit algoritme wordt gebruik gemaakt van gedeeltelijk geautomatiseerde besluitvorming. Er wordt echter geen besluit genomen zonder menselijke tussenkomst

    Algemeen toezicht op erkenninghouders

    Het algoritme maakt niet zelfstandig de beslissing of er wel of geen sprake is van overtredingen. Het algoritme helpt medewerkers die toezicht houden slechts te bepalen bij welke erkenninghouders de kans op overtredingen het grootst is of waar het statistisch gezien noodzakelijk is omdat er al langere tijd geen controle heeft plaatsgevonden. Nadat het algoritme deze indicatie afgeeft vindt er altijd nog menselijk toezicht plaats. De medewerkers maken op basis van de resultaten een risico-inschatting. Of er daadwerkelijk sprake is van overtredingen wordt bij een fysieke controle bepaald.

    Specifiek toezicht op erkenninghouders

    Het algoritme helpt medewerkers die toezicht houden in te schatten in welke mate erkenninghouders en bevoegde personen toezicht nodig hebben. Welke erkenninghouder in welke groep valt wordt door het algoritme geselecteerd op basis van een prestatiescore. Deze score is opgebouwd aan de hand van eerder geconstateerde bevindingen/fouten bij een erkenninghouder en bevoegde personen.

    Vanaf het moment dat een erkenninghouder of bevoegde persoon is ingedeeld vindt er altijd menselijke tussenkomst plaats. Medewerkers bepalen of het nodig is om een bezoek in te plannen. Steekproeven en bedrijfsbezoeken worden altijd door een medewerker gedaan.
  • Het algoritme verwerkt geen informatie die kan leiden tot discriminatie. Dit algoritme werkt op dezelfde manier voor alle erkenninghouders en bevoegde personen op basis van prestaties en objectieve criteria.
  • Om ervoor te zorgen dat de wij blijven voldoen aan de eisen van informatiebeveiliging en privacy, treffen wij de volgende maatregelen:

    Algemeen toezicht erkenninghouders:

    • De kwaliteit van de gegevens wordt steeds opnieuw gecontroleerd.
    • Er wordt periodiek getoetst of het algoritme nog werkt op de manier waarop het ontworpen is. Eventuele afwijkingen corrigeren we.
    • Een erkenninghouder in de slechtst presterende groep kan door middel van verbetering doorschuiven naar de groep waar gemiddeld of verminderd toezicht plaatsvindt. Andersom is dit ook mogelijk.
    • De selectie voor het indelen van erkenninghouders wordt gedaan op basis van objectieve criteria.

    Specifiek toezicht erkenninghouders:

    • De kwaliteit van de gegevens wordt steeds opnieuw gecontroleerd.
    • De medewerkers krijgen workshops over de kansen die het algoritme biedt en de risico’s die het met zich meebrengt. Zo weten zij hoe het algoritme werkt en vertrouwen zij niet blind op de uitkomst van het algoritme.
    • De medewerkers maken de uiteindelijke keuze of een fysiek bezoek wordt ingepland, dit doet het algoritme niet.
    • Er wordt periodiek getoetst of het algoritme nog werkt op de manier waarop het ontworpen is. Eventuele afwijkingen corrigeren we.
    • Bestanden worden beveiligd verzonden en kunnen alleen met specifieke informatie door specifieke medewerkers worden geopend.
  • Unitmanager R&O (Risicobeoordeling & Onderzoek)
    Vragen over dit algoritme kunt u stellen via [email protected]

Heeft deze informatie u geholpen?