Historie RDW
Zelfstandig
In 1996 kreeg de RDW een zelfstandige status en werd het een ‘ZBO’ ofwel een zelfstandig bestuursorgaan zonder winstoogmerk. Tegelijkertijd verviel ook de naam Rijksdienst voor het Wegverkeer en werd uitsluitend nog de aanduiding ‘RDW’ gehanteerd. Kenmerk van een zelfstandig bestuursorgaan als de RDW is dat het een uitvoerend orgaan is, dat onder ministerieel toezicht staat. Voor wet- en regelgeving is de minister van Infrastructuur en Waterstaat verantwoordelijk. De beleidsvoorbereiding en de uitvoering daarvan is opgedragen aan de RDW.
Strikte scheiding
Er bestaat een strikte scheiding in de taken en verantwoordelijkheden tussen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en die van de RDW. Regelmatig wordt het functioneren van de RDW geëvalueerd.
Van nummerbord tot gecontroleerde kentekenplaat
Ze maken zo'n vertrouwd beeld uit van het leven van alledag, dat niemand ze een tweede blik waardig gunt. Totdat de letter- of cijfercombinaties van plaats wisselen. Dan wordt er weer reikhalzend naar uitgekeken. Ook al omdat kenners daarmee feilloos het bouwjaar kunnen bepalen. En zo is al honderd jaar lang de kentekenplaat, want daar hebben we het over, een dankbaar onderwerp van gesprek.
Eerste nummerbord
De allereerste auto's aan het einde van de negentiende eeuw, werden helemaal niet geregistreerd. Even later werden ze simpelweg genummerd en Nederland was het eerste land ter wereld dat al in 1898 een nummerbord introduceerde. Al op 8 augustus 1899 waren maar liefst 168 nummerplaten afgeven. Deze eerste reeks nummerborden was eigenlijk een rijvergunning en liep van 1 tot en met 14, waarbij men het gekkengetal 11 oversloeg. Volgens de verhalen werden de voertuigen genummerd omdat ze zo hard konden rijden dat agenten de snelheidsduivels niet meer op de fiets konden achtervolgen. Voertuigen hadden dus een vorm van voertuigidentificatie nodig. Die eerste motorvoertuigen kregen dan ook echte nummerplaat waar alleen cijfers op voorkwamen. De laatste nummerplaat, nummer 2065, werd op 15 januari 1906 uitgereikt.
Provincie
De registratie van motorvoertuigen werd daarna een zaak voor de provincies. Iedere provincie had een eigen letter, gevolgd door maximaal 5 cijfers op blauwe kentekenplaten met witte letters. Deze eerste kentekenplaten waren persoonsgebonden. Dat hield in dat de bestaande plaat gewoon op het nieuwe voertuig werd geschroefd. Na de Tweede Wereldoorlog verschenen er zo veel nieuwe auto's, vrachtwagens en motoren op de weg, dat een landelijke registratie nodig werd. Die zou dan ook de verkeersveiligheid en de diefstalgevoeligheid ten goede komen. Ook de inning van de motorrijtuigenbelasting werd er stukken eenvoudiger door. Deze landelijke regeling werd op 1 januari 1951 ingevoerd. Nieuw was ook dat de kentekenplaten van een rijkskeurmerk voorzien moesten zijn en bij voorkeur van aluminium gemaakt moesten zijn. Maar juist dat metaal was schaars zo kort na de oorlog, vandaar dat ook solide plaatstaal goedgekeurd werd voor de donkerblauw met witte letters gekleurde platen.
Makkelijk te onthouden
Het kenteken bestond uit 2 letters, gevolgd door 2 groepen van 2 cijfers, want onderzoek had uitgewezen dat deze combinatie goed te onthouden was. Vanaf het eerste begin waren er speciale lettercombinaties gereserveerd, zoals het beroemde 'AA' voor het koninklijke staldepartement of 'CD' voor het Corps Diplomatique. De combinaties SS en SA worden niet gebruikt, omdat dit teveel aan de oorlog herinneren. De allereerste kentekenplaat (ND-00-01) was bestemd voor de personenauto van J.K. Leyen, directeur van het Verbond voor Veilig Verkeer. De eerste vrachtwagen kreeg de kentekenplaat NA-00-01 en voor de motorfiets was dat de kentekenplaat NE-00-01. Het persoonsgebonden eendelige kentekenbewijs was in degelijk linnen uitgevoerd en kon tot 4 maal toe overgeschreven worden naar een nieuwe eigenaar. Op 1 februari 1957 werd overigens een nieuw tweedelig kentekenbewijs ingevoerd om de ernstige administratieve vervuiling van het kentekenregister tegen te gaan.
Nieuwe platen
De komst van een nieuwe cijfer- en lettercombinatie betekent altijd groot nieuws. In oktober 1965 was het dan zo ver. Er kwam een nieuwe combinatie van 2 cijfers - 2 cijfers - 2 letters met als eerste kentekenplaat het nummer 00-01-AD. In 1974 kwam het roemruchte deel III, dat achter de voorruit geplakt moest worden. Door de razendsnelle groei van het wagenpark waren de nieuwe combinatie van 1965 al in 1973 uitgeput en dus moest er weer een nieuwe combinatie komen. Dit keer werd dat 2 cijfers - 2 letters - 2 cijfers. Op 3 september van dat jaar werd de eerste nieuwe kentekenplaat geslagen met het nummer 00-AD-01. Dit gaf even lucht, maar 5 jaar en 3 miljoen kentekens later was ook deze combinatie volledig opgebruikt. In 1978 werd gedacht aan een nieuwe combinatie van 1 cijfer - 2 letters - 3 cijfers (bijvoorbeeld 5-AD-101), maar dat voorstel zou het niet redden.
Gele, groene en blauwe platen
Steeds sneller raakten de beschikbare kentekennummers op en in 1978 moest er al weer een nieuwe serie komen met 2 letters - 2 cijfers - 2 letters. Op 1 oktober reed DB-01-BB op de Nederlandse weg rond. Deze combinatie moest goed zijn voor zeven miljoen nieuwe kentekens. In datzelfde jaren werden ook de gele, retroflecterende kentekenplaten verplicht. Tot die tijd konden ze ook al op vrijwillige basis aangeschaft worden. Op 23 september 1991 was het de toenmalige minister May-Weggen die de nieuwe serie kentekens onthulde. Het nummer DB-BB-01 werd onder enorme belangstelling aan burgemeester Apotheker van Veendam overhandigd. Acht jaar later kwamen de cijfers vóór de letters, dus 01-DB-BB. Om fraude tegen te gaan werd 1 februari 2000 de nieuwe GAIK (Gecontroleerde Afgifte en Inname van Kentekenplaten) plaat geïntroduceerd, waarbij alle platen die vanaf 1978 waren uitgegeven vervangen moesten worden. Deze nieuwe kentekenplaten waren direct herkenbaar aan het blauwe gedeelte links met het EU symbool en de letters NL in wit. Overigens kregen taxi's de toen opzienbarende blauwe kentekenplaten, terwijl garages als vanouds over een groene 'handelaarsplaat' kunnen beschikken.
Nieuwe cijfer-letter combinatie
Het was onvermijdelijk: de bestaande letter- en cijfercombinaties raken weer uitgeput. Vandaar dat er weer een nieuwe reeks gaat komen, die zal bestaan uit 2 cijfers - 3 letters - 1 cijfer. Al in september 2005 is al een begin met de nieuwe kentekenplaten voor bromfietsen en scooters gemaakt. In mei 2009 werd het eerste nieuwe personenautokenteken (01-GBB-1) uitgereikt door verkeersminister Eurlings. Ook in deze laatste serie staan geen ongewenste lettercombinaties, zoals SS en SA en staan er ook geen klinkers. Dit is gedaan om ongewenste woordvorming te voorkomen.
Toekomst
Wat er overigens in de nabije toekomst niet zal komen is één model kentekenplaat voor de hele Europese Unie. Iedere lidstaat mag namelijk een eigen kentekenregistratie voeren. Ook bestaat er geen standaard Europees formaat voor kentekenplaten. Blijft tenslotte de eeuwige vraag of er de mogelijk bestaat, zoals dat in sommige landen het geval is, om een persoonlijk nummer of combinatie te bemachtigen. Het antwoord daarop is, zoals het altijd al geweest is, ontkennend. Alleen met een goede timing bij de aankoop van het voertuig en een flinke dosis geluk kan een fel begeerde combinatie verkregen worden.