Het verhaal van de RDW is nauw verbonden met dat van de auto, die eind negentiende eeuw in Nederland z’n opwachting maakte. Al snel bleek dat de auto het land en de wegen zou veroveren en dat die ontwikkeling in goede banen geleid moest worden. Zo bezien begon het levensverhaal van de RDW al ruim voor de feitelijke ‘geboorte’ op 1 september 1949. De jaren daarna vormden de RDW tot het vitale 75-jarige zelfstandige bestuursorgaan van nu.
De RDW en kentekens
Terug naar 1 september 1949. Vanaf die dag had de RDW een duidelijk geformuleerde taak. De belangrijkste taken van de nieuwe dienst werden afgifte van kentekenbewijzen voor motorrijtuigen, de afgifte van keuringsbewijzen voor autobussen en taxi’s, het keuren van motorvoertuigen, aanhangers en onderdelen daarvan om de afgifte van een kenteken- of keuringsbewijs mogelijk te maken. De reden dat Nederland een register van voertuigen en hun aansprakelijkheden nodig had, is nog prozaïscher. Met alleen fietsen en voetgangers op de weg kon de politie de berijders nog prima staande houden. Maar de auto’s reden stukken sneller. Daarom moesten er geregistreerde kentekens komen. Aanvankelijk was dat een gemeentelijke en provinciale zaak en in 1951 werd het landelijk kentekenregister ingericht bij de RDW. Het kenteken werd toen voertuiggebonden. Aanvankelijk waren de kentekens donkerblauw met witte letters, in 1978 kwam de combinatie geel-met-zwart die we nu zo goed kennen. Onderzoek wees uit dat dit de best leesbare kleurencombinatie was.
Het kentekenbewijs
De eerste kentekenbewijzen waren van linnen. Met de komst van nieuwe technieken én het besef dat nagemaakte kentekenbewijzen van waarde zijn, werd het kentekenbewijs steeds beter beveiligd. Lange tijd bestond een kentekenbewijs uit meerdere delen: deel I met de voertuiggegevens, deel II met de gegevens van de eigenaar en deel III dat jaarlijks achter de voorruit geplaatst moest worden. De kopie daarvan fungeerde als overschrijvingsbewijs. Met de nieuwe Wegenverkeerswet van 1995 werd deel III afgeschaft. Toen Europa in 2004 bepaalde dat kentekenbewijzen uniform moesten zijn, kreeg het kentekenbewijs de vorm die we nu kennen: een kentekenbewijs met daarop persoons- en voertuiggegevens – sinds 2014 een plastic kaart met chip - en een overschrijvingsbewijs. In de afgelopen jaren kregen aanhangers, opleggers en brommers een eigen kenteken, binnenkort gevolgd door landbouwvoertuigen. Ook het overschrijven wordt steeds moderner. Het moment nadert dat je niet meer naar het postkantoor hoeft om een auto op je naam te zetten. Voor snelle motorboten kan dat zelfs al vanuit de luie stoel!
Rijbewijs
In 1906 werd het rijbewijs verplicht en het duurde tot 1927 voor er een examen nodig was om het te kunnen halen. De afgifte van rijbewijzen gebeurde aanvankelijk door de provincie. De RDW ontwierp de modellen voor de rijbewijzen. In 1986 werden wij verantwoordelijk voor de registratie van afgegeven rijbewijzen. Onder de hoede van de RDW werd het rijbewijs in 2006 een plastic kaart met daarop digitale gegevens. Het rijbewijs heeft een aantal echtheidskenmerken waaraan je kunt zien of het een authentiek rijbewijs is. Sommige kenmerken zijn met het blote oog te zien, voor andere kenmerken heb je hulpmiddelen nodig. Inmiddels zijn we gestart met een proef waarin het rijbewijs digitaal aangevraagd kan worden.
Registratie en informatie
De eerste registers bij de RDW bestonden uit kaartenbakken – véél kaartenbakken – waar medewerkers kaarten in- en uit haalden. Met de groei van het wagenpark en de toename van het aantal verkeersongevallen groeide de behoefte aan een zuiver en snel toegankelijk kentekenregister. Een gedeelte van de RDW verhuisde daartoe van Den Haag naar Veendam. Daar werd in de jaren tachtig ook begonnen werd met de automatisering van het register. Was het eerst alleen de politie die 24 uur per dag gegevens kon opvragen, in de loop der tijd konden steeds meer partijen voertuiggegevens inzien. Sinds begin deze eeuw kan iedereen via de website Online Voertuig Informatie inzien. Die is zelfs als open data beschikbaar. Op persoonsgegevens zijn we juist steeds zuiniger. Privacy is in de loop der jaren een steeds grotere rol gaan spelen bij registraties. De RDW hanteert – ook intern – strenge procedures, om te zorgen dat gegevens alleen kunnen worden ingezien als het echt nodig is. Daar controleren we uiteraard goed op. Ook merken we dat security steeds belangrijker wordt. Zo kan de burger er nog steeds op vertrouwen dat zijn gegevens bij de RDW in goede handen zijn.
Meester in keuren
De Algemene Periodieke Keuring (APK) werd in 1985 gemeengoed, toen hij voor
personenauto’s verplicht werd gesteld. Twee jaar eerder werd al bepaald dat
zware voertuigen jaarlijks gekeurd moesten worden. De APK was het eindpunt van
lange discussies over de noodzaak en vorm van een periodieke keuring voor alle
motorvoertuigen. De RDW had toen al een netwerk van keuringsstations opgezet
die de APK konden uitvoeren, al kon dat ook bij erkende onderhoudsbedrijven
gebeuren. De RDW is de toezichthouder die steekproeven doet om te controleren of
de APK juist wordt uitgevoerd.
Testen en toelaten
In 1980 opende de RDW de eigen testbaan in Lelystad, waar onder andere geluidsmetingen en remproeven worden uitgevoerd. Door de jaren heen is de baan uitgebreid met nieuwe testfaciliteiten zodat ze fabrikanten nog meer diensten kunnen bieden. Vandaag de dag worden op deze testbaan nog steeds voertuigen getest. Door nieuwe en aangepaste voertuigen te toetsen aan (nieuwe) gestelde normen streven we de verkeersveiligheid te bevorderen en kunnen ontwikkelaars blijven innoveren. Bij elke keuring speelt het milieu een steeds grotere rol. Dat begon met de registratie van milieugegevens, maar groeide al snel door naar emissiemetingen. De RDW zet zich in voor verduurzaming van het wegverkeer, en draagt zo bij aan 85% minder CO2-uitstoot in 2050.
Typegoedkeuringen
In 1951 werd een nieuwe Wegenverkeerswet van kracht. Daarin was sprake van typekeuringen voor autobussen, huurauto’s en overige voertuigen. De voertuigeisen werden vereenvoudigd. Bovendien kwam er een onderscheid in toelatings-, permanente- (APK) en gebruikseisen. Aanvankelijk verrichtte de RDW de keuringen bij autobusdealers en vrachtwagenbedrijven. Het aantal keuringen nam echter fors toe en daarom werd besloten eigen keuringsstations te bouwen. De eerste kwam in 1974 in Groningen. Inmiddels heeft de RDW 16 keuringsstations in het land. Typegoedkeuringen vinden niet meer plaats op de keuringsstations. RDW-medewerkers gaan daarvoor naar fabrikanten, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, Korea en Japan. Door de komst van de ECE en de EEG is wetgeving geharmoniseerd en is afgesproken dat landen de typegoedkeuringen uitgevoerd door andere landen erkennen.
Over de Nederlandse grens
Omdat de meeste voertuigen die bij ons op de weg komen in het buitenland worden ontwikkeld en gemaakt, werkt de RDW al meer dan een eeuw ook in Europees verband aan voertuigveiligheid. In 1909 vond de eerste conferentie plaats met zeventien Europese landen om wetgeving op elkaar af te stemmen. Naarmate meer auto’s de grenzen overschreden, werd het noodzakelijk om internationaal dezelfde regels te hanteren. In 1910 sloot Nederland aan.
Ook op gebied van registratie heeft het toenemende verkeer tussen landen gevolgen. Zo waren er goede procedures voor import en export nodig. Later, door het wegvallen van de grenzen, verdwenen auto’s naar andere landen. Door herregistratie in andere landen werden gestolen auto’s ‘witgewassen’. De RDW bedacht het idee om registers van Europese lidstaten met elkaar te koppelen in het European Car and Driving License Information System (EUCARIS). Zo ontstond de mogelijkheid om in elkaars registers te checken of een auto of rijbewijs als gestolen stond geregistreerd. Sinds de start in 1992 sluiten nog steeds landen aan op dit systeem.
Trots levenswerk
Met alle gegevens en data die de RDW in de loop der jaren verzamelde en registreerde is veel goeds gebeurd. Vijfenzeventig jaar geleden waren er een kleine 140.000 personenauto’s, inmiddels zijn dat er 9,4 miljoen. Door goede registratie, typegoedkeuringen en de APK is het nu veiliger op de weg dan toen. En daar zijn we trots op!