Geschiedenis van het rijbewijsdocument

Sinds de invoering van een officieel landelijk geldend rijbewijs in 1906 is het rijbewijsdocument heel vaak veranderd. Er zijn categorieën bijgekomen en de regels voor het ontwerp van het rijbewijsdocument zijn aangescherpt. Hier vindt u meer informatie over het rijbewijsdocument door de jaren heen. 
  • 1906

    Nederland kent sinds 1 januari 1906 een officieel landelijk geldend rijbewijs. Voor die tijd gaf het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid vergunningen af. Zo'n vergunning was nodig voor "het berijden van de wegen met een voertuig, voortbewogen door mechanische kracht en van een groter gewicht dan 150 kg." De vergunningen van het Ministerie waren alleen geldig voor de rijkswegen. Voor provinciale en gemeentelijke wegen moesten automobilisten een aparte vergunning aanvragen.

    De eerste rijbewijzen waren zeer eenvoudig. Er waren slechts 2 categorieën. Het verkrijgen van het rijbewijs was ook simpel. Het rijexamen bestond nog niet en ook een geneeskundige verklaring was niet nodig.

    1910

    In 1910 werd het internationaal geldende rijbewijs ingevoerd. Vanaf toen werden in het buitenland afgegeven internationale rijbewijzen hier ook erkend.

    1927

    In 1927 vonden verschillende wetswijzigingen plaats rond het rijbewijs. Om een rijbewijs te krijgen, moesten mensen een verplichte medische keuring ondergaan en rijexamen doen. Daarnaast kreeg het rijbewijs een beperkte geldigheidsduur van 2 jaar en kwam er een indeling in de categorieën: motoren, motorrijtuigen met meer dan twee wielen en bromfietsen.

    1934

    In de periode van 1934 tot 1940 legde het CBR zich toe op het verbeteren van het rijexamen. Het examen moest in het gehele land zo gelijk mogelijk zijn. Adviseurs die het rijexamen afnamen, kregen regelmatig instructies over de methode van examineren. Examenkandidaten werden van tevoren op de hoogte gebracht van de eisen tijdens de examenrit. Ook werden er folders verspreid met informatie over verkeersborden. Tot 1934 bestond het afnemen van het rijexamen uit een kwartier autorijden. In 1934 werd dat een half uur.

    Rijbewijs A 1939 

    1951

    In 1951 kreeg Nederland een Wegenverkeerswet en Wegenverkeersreglement. De rijbewijzen waren niet langer 2, maar 5 jaar geldig. De volgende 5 categorieën werden ingevoerd:

    • A voor motorfietsen en driewielers.
    • B en E voor personenauto's en aanhangers.
    • C en E voor vrachtauto's en aanhangwagens. 
    • D en E voor bussen en aanhangwagens.

    De categorie E werd automatisch toegekend bij categorie B, C en D.

    Rijlessen kostten overal fl. 2,50 (Euro 1,15) per categorie. Veel geld voor die tijd. Het examengeld bedroeg fl. 5,50 (Euro 2,50).

    Verder werd het bromfietsrijbewijs afgeschaft (dat overigens in 1996 weer is ingevoerd). Het rijbewijs F werd ingevoerd voor invaliden. Dit leverde echter veel kritiek op. De invaliden voelden zich gediscrimineerd. Daarom werd het in 1953 al weer afgeschaft.

     Rijbewijs B 1948

    Rijbewijs C 1949

    1956

    In 1956 kwam de mogelijkheid om buitenlandse rijbewijzen om te wisselen in Nederlandse.

    1960

    In 1960 werd de duur van het examen 3 kwartier, om zo alle onderdelen rustiger af te kunnen werken. In 1963 en 1964 werd het examen ingrijpend veranderd. In 1963 werd het mondelinge examen vervangen door het schriftelijke theorie-examen. Hierdoor werd invloed van de examinator op de uitslag uitgesloten en ontstond er meer uniformiteit. Een jaar later werd het besluit genomen om ook buiten de bebouwde kom te gaan rijden. Zo kon men niet meer in het bezit van een rijbewijs komen, zonder ooit buiten de stad te hebben gereden.

  • 1984

    In 1984 werd in Europa gezamenlijke regelgeving afgesproken. Er ontstonden nu 5 strikt gescheiden categorieën:

    • A voor motoren en driewielers
    • B  voor personenauto's tot 3500 kilo en lichte aanhangwagens
    • C voor vrachtwagens en lichte aanhangwagens
    • D voor bussen en lichte aanhangwagens
    • E voor zware aanhangwagens.

    Het rijbewijs van 1951 tot 1984

    Het (linnen) rijbewijs afgegeven van 1951 tot 1984

    1986

    In Nederland ontstond de wens om het rijbewijs langer geldig te maken en de gemeenten de rijbewijzen te laten afgeven in plaats van de provincies. Dit leidde ertoe dat vanaf 1986 de gemeenten de afgifte van rijbewijzen gingen verzorgen. Ook is in 1986 de registratie van de afgifte van rijbewijzen gestart. Dit gebeurde bij de toenmalige Rijksdienst voor het Wegverkeer.


    Het rijbewijs afgegeven van 1 januari 1984 tot 1 oktober 1986

    1996

    In 1996 is het rijbewijs vernieuwd om te zorgen voor een grotere gelijkheid binnen de Europese Unie en een betere internationale leesbaarheid. Zo werden de verschillende categorieën voortaan aangeduid door pictogrammen.

    Door toenemende diefstal van en fraude met rijbewijzen zijn in de jaren '90 steeds strengere eisen gesteld aan de beveiliging van het rijbewijs. Vroeger was het rijbewijs een linnen document en redelijk gemakkelijk te vervalsen. Tegenwoordig is het rijbewijs voorzien van diverse beveiligingen en echtheidskenmerken die moeilijk te vervalsen zijn. Zo is er een beveiliging aangebracht over de persoonsgegevens en zitten er in het document nog ongeveer 20 andere beveiligingen.

    Het rijbewijs afgegeven van 1 juni 1996 tot 1 juni 2002

    Het rijbewijs afgegeven met ingang van 1 juni 2002.

    2004

    Op de achterkant van het rijbewijs moet volgens de Europese Richtlijn het woord 'rijbewijs' in alle talen staan van alle lidstaten van de EU/EER. Omdat per 1 mei 2004 10 landen toetraden tot de EU/EER, moest er een nieuw model rijbewijs komen. De toevoeging van die woorden was het enige verschil met het model dat sinds 1 juni 2002 werd uitgegeven.  

    Het rijbewijs afgegeven met ingang van 1 mei 2004.

  • 2006

    Op 1 oktober 2006 werd een nieuw rijbewijsdocument in de vorm van een kunststof kaart op creditcardformaat ingevoerd. Het nieuwe document is beter beveiligd, heeft een handzaam formaat en is slijtvast. Belangrijkste reden om het nieuwe rijbewijs in te voeren, was de betere beveiliging tegen fraude en vervalsing. Dit is van belang omdat het rijbewijs in Nederland ook als algemeen identiteitsbewijs kan worden gebruikt.

    De invoering van het rijbewijs op creditcardformaat heeft geleid tot een aantal wijzigingen op het gebied van de productie, aanvraag en afgifte van rijbewijzen. Zo wordt dit rijbewijs – net als het paspoort en de identiteitskaart - centraal aangemaakt. In het nieuwe rijbewijsdocument is technisch al rekening gehouden met de mogelijke plaatsing van een chip op (of in) het rijbewijs met onder meer biometrische gegevens van de houder.

    Op het rijbewijs is met pictogrammen een aantal nieuwe voertuigcategorieën toegevoegd. Het gaat om de volgende categorieën

    • C1 voor lichte vrachtwagens, eventueel met een lichte aanhangwagen
    • C1E voor lichte vrachtwagens met een zwaardere aanhangwagen
    • D1 voor bussen (tot 16 personen), eventueel met een lichte aanhangwagen
    • D1E voor bussen (tot 16 personen) met een zwaardere aanhangwagen
    • AM voor bromfietsen
    • T voor tractoren of trekkers.

     

    2013

    Als gevolg van de Derde Europese Rijbewijsrichtlijn werden per 19 januari 2013 de regels rondom rijbewijzen in Europa gelijk getrokken.

    De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het vorige rijbewijsmodel uit 2006 zijn:

    • Er zijn andere echtheidskenmerken gebruikt.
    • Het burgerservicenummer (BSN) staat op zowel de voor- als de achterkant.
    • Er is een Machine Readable Zone-regel toegevoegd aan de onderkant van de voorzijde.
    • De barcode staat aan de voorzijde van het document.
    • Ook is er ruimte gereserveerd om in de toekomst een chip op het rijbewijs toe te kunnen voegen.

    Het rijbewijs afgegeven vanaf 19 januari 2013

    2014

    De RDW geeft sinds 14 november 2014 een rijbewijs uit met een chip. 

    Het rijbewijs heeft meerdere echtheidskenmerken:   

    • Reliëf op bepaalde plekken
    • Een opvallend doorzichtig rond venster (clear window)
    • Een hologram die van kleur verandert als je het rijbewijs kantelt    

    De chip is vanaf de buitenkant niet te zien. Op de chip staan dezelfde gegevens als op de buitenkant van het rijbewijs. Uitlezen van de chip lukt alleen met behulp van de zogenaamde Machine Readable Zone (MRZ) of met de QR-code. De chip is daardoor beveiligd tegen het op afstand uitlezen. De MRZ is een eenregelige cijfer- en/of letterreeks die op de voorkant van het rijbewijs staat. De QR-code is een tweedimensionaal grafisch patroon dat achterop het rijbewijs staat en bevat ook de MRZ.

    Het rijbewijs afgegeven vanaf 14 november 2014

    Rijbewijs met chip vanaf 26 mei 2018  

    Een rijbewijs dat vanaf 26 mei 2018 is afgegeven heeft een chip. Als het beeldmerk op de achterkant van het rijbewijs staat, dan heeft het rijbewijs een extra functie. Met die functie kan het rijbewijs vanaf 1 juli 2023 gebruikt worden om online in te loggen met DigiD op websites van overheid, zorg en pensioenfondsen. Deze manier van inloggen geeft extra zekerheid over de identiteit van degene die inlogt en maakt het mogelijk zeer vertrouwelijke informatie online aan te bieden.  

    U kunt een rijbewijs met een inlogfunctie voor DigiD herkennen aan het volgende beeldmerk op de achterkant van het rijbewijs:      

    Het rijbewijs met beeldmerk op de achterzijde.

Heeft deze informatie u geholpen?