Navigatie overslaan Direct naar zoeken

Beleidsregel nationale typegoedkeuring bijzondere bromfietsen

Deze beleidsregel is gebaseerd op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht. In deze beleidsregel wordt toegelicht hoe de Dienst wegverkeer (RDW) omgaat met de bevoegdheden inzake de aanvraag en verlening van een nationale typegoedkeuring aan fabrikanten van bijzondere bromfietsen en het toezicht op de conformiteit van de productie.

Het doel van deze beleidsregel is om duidelijkheid en rechtszekerheid te bieden aan de fabrikanten van bijzondere bromfietsen voor het verkrijgen en behouden van een nationale typegoedkeuring. Wat betreft de invulling van het in artikel 3.4.0 van de Regeling voertuigen gestelde over het overeenkomstig van toepassing zijn, betreft dit artikel 3 (waarbij de onderdelen die zien op andere brandstofsoorten dan elektrisch buiten beschouwing worden gelaten, alsmede de begripsomschrijvingen die zien op een meerfasentypegoedkeuring), artikelen 9 tot en met 11, artikel 17, artikel 20, artikel 22, artikel 25 (uitsluitend van toepassing op de eenstapstypegoedkeuring), artikelen 26 tot en met 28, met uitzondering van de leden 1, 3 en 4, artikelen 34 tot en met 36, met uitzondering van lid 3, artikel 37, lid 1 tot en met 5, eerste alinea, artikel 38, lid 1 tot en met 5 en lid 9, artikel 39, artikel 55, artikel 56 met uitzondering van lid 2, artikel 57, 1e lid en artikel 59, van Verordening (EU) nr. 168/2013.

Vanwege het ontbreken van Europese regelgeving voor typegoedkeuring voor bijzondere bromfietsen is in de Regeling voertuigen gekozen om nationaal de systematiek van Verordening (EU) nr. 168/2013 zoveel mogelijk te volgen. Enerzijds om de rechten en plichten van de fabrikanten en de RDW inzake de typegoedkeuring zoveel mogelijk in lijn met de Europese typegoedkeuring te brengen en anderzijds vanwege vergelijkbare toepassingsdoeleinden en uitvoeringsvormen van bijzondere bromfietsen. Deze beleidsregel bevordert de naleving van de wettelijke voorschriften door fabrikanten van bijzondere bromfietsen.

De RDW kan gebaseerd op artikel 3.4.0 uit de Regeling voertuigen alternatieve voorschriften vaststellen wanneer dit voor de uitvoering waarop een nationale typegoedkeuring wordt verleend, noodzakelijk is. In dit document is beschreven op welke wijze de RDW vaststelt dat aan de gestelde eisen in de Regeling voertuigen is voldaan. Hierbij worden eisen die zijn vermeld in de benoemde regelgeving binnen de systematiek van Verordening (EU) nr. 168/2013 (1) zoveel mogelijk gevolgd.

(1) Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers